RM2012.reismee.nl

5 daagse trekking rond Fitz Roy

El Chaltén is de uitvalbasis voor het noordelijke deel van het Parque Nacional los Glaciares. De eerste dag dat we er zijn, houden we ons voornamelijk bezig met het informeren naar de wandelmogelijkheden voor de komende dagen. Voor de trekking hoeven we ons niet te registreren waarschijnlijk omdat de route die we gaan lopen een van de populairste routes van Argentijns Patagonië is.

Een korte wandeling bij El Chaltén is naar de Mirador de las Aguilas, deze mirador kijkt uit over Lago Viedma, het meer waarlangs we op de heenreis zijn gereden. Het weer slaat ineens om, we zijn er met onze fleece truien niet op voorbereid en zijn dan ook snel kletsnat. Dat zal ons geen tweede keer gebeuren, we halen op de camping onze jassen, handschoenen en mutsen tevoorschijn. Zo hebben we deze spullen in ieder geval niet voor niets meegesjouwd.

De volgende dag gaan we op pad richting Laguna Torre. Het pad is goed onderhouden zodat we ondanks onze grote backpacks toch een goed tempo kunnen aanhouden. We lopen beschut tegen de straffe wind en hebben wanneer de begroeiing iets wijkt, een prachtig uitzicht op de bergen.

Na 3 uur lopen, arriveren we op de camping. Op deze route is dit de enige plek waar je je tent op mag zetten. Er zijn geen faciliteiten, slechts een dixie. Laguna Torre is wat we ons hadden voorgesteld bij Patagonië, de plaatjes op het internet en uit boeken zien we nu met eigen ogen, overweldigend. Bij Laguna Torre leidt een pad naar Mirador Maestri. Het is een heftige wandeling. Soms moeten we ons schrap zetten tegen de enorme windvlagen, dit in combinatie met lichte regenval maakt het een heftige strijd om Cerro Torre met gletsjer te zien. In het meer waarin het smeltwater van de gletsjer terechtkomt, liggen ijsbrokken afgebroken van de gletsjer, dit schijnt sporadisch te gebeuren. Met de camera moeten we er snel bij zijn want het ijs smelt snel. Het ijs op de gletsjer is op sommige plaatsen blauw, dit heeft te maken met de luchtbellen en lichtgolven. Hoe compacter het ijs, hoe langer de weg is die het licht moet afleggen waardoor het ijs blauw lijkt. Lichtbubbels in niet compact ijs absorberen lange lichtgolven van wit licht waardoor we wit ijs zien.

Op de terugweg zien we onze eerste condor, we worden er een beetje door verrast want hij komt vrij laag over. Het is echt een enorm grote vogel, schitterend!

's Avonds koelt het nog verder af, we kruipen in onze warme slaapzakken en merken 's ochtends dat het net boven het vriespunt is geweest. Wij hebben regen gehad maar slechts zo'n 200 m hoger heeft het gesneeuwd. De bergen zien eruit alsof ze bestrooid zijn met poedersuiker.

Vandaag moeten we ongeveer 4 uur lopen naar camping Poincenot. Het regent, sneeuwt en waait behoorlijk maar we zijn goed voorbereid dus het is goed te doen. De wandeling is wederom prachtig, we lopen langs twee meren Laguna Hija (dochter) en Laguna Madre (moeder) voordat we aankomen op de camping. Er staan al genoeg tentjes verspreid over het terrein. Niet verwonderlijk want hiervandaan is een geweldig zicht op Fitz Roy, een berg van 3405 m.

's Avonds is het eigenlijk te koud om buiten te koken dus passen we ons ritme aan en eten 's middags warm en na een wandeling smaakt een bordje macaroni erg goed.

's Nachts sneeuwt het opnieuw, ook waait het behoorlijk hard. Het grappige is dat de wind hoog boven in de bomen waait waaronder we slapen zodat ons tentje nauwelijks op en neer gaat. Het is alsof de wind in een hogesnelheidstrein voorbij raast. Je hoort hem van links naar rechts en dan is hij voorbij. 's Ochtends denken we dat het regent maar als Rob zijn neus buiten de tent steekt, blijken het de druppels van de bomen te zijn. De zon schijnt en er is een blauwe lucht, geen tijd te verliezen dus. Rob gaat direct op pad, Mieke volgt iets later met het ontbijt in de jaszakken. We moeten ongeveer anderhalf uur lopen om op het plekje te komen waar we het ultieme uitzicht hebben. Het is een fikse klim maar het is alle inspanning waard. Het uitzicht is onbeschrijflijk, Fitz Roy laat zich van zijn beste kant zien. Wat is het hier ontzettend mooi, we genieten enkele uren van de met sneeuw bedekte bergen, het meer en het zonnetje. Langzaam komt er meer bewolking, trekt de wind aan en wordt het drukker met andere wandelaars. Tijd voor ons om aan de afdaling te beginnen. Het blijkt nu wel dat het een erg populaire wandeling is, het ziet er soms uit alsof er een bus gearriveerd is zoveel mensen komen er ineens naar boven. Het is geen gemakkelijke route, aan het begin staat dat je een goede conditie moet hebben en dat het gevaarlijk kan zijn bij regen, sneeuw en wind. Het is wel triest voor al die mensen die aan het klimmen zijn dat ze hun beloning van een prachtig uitzicht niet zullen krijgen, ze zijn te laat want Fitz Roy heeft zich weer geheel in de bewolking gehuld. Wij hebben heel veel geluk gehad dat wij het natuurschoon hebben mogen aanschouwen voordat het gordijn dichtging!

De volgende dag is Fitz Roy nog steeds in de wolken gehuld, helaas is de route die we lopen ook bewolkt maar ondanks dat is het een prachtige dag. Op een gegeven moment horen we een specht op zoek naar insecten. Vogels zijn meestal schichtig dus we moeten snel zijn met onze camera. Deze specht heeft echter alle tijd, we kunnen zelfs nog van lens wisselen en zo kunnen we een unieke foto maken!

Wanneer we het nationale park verlaten, komen we terecht op een gravelweg volop in de wind. Het lijkt wel of we dronken zijn zo lopen we te zwalken. Als we teruglopen naar El Chaltén krijgen we als bonus nog een waterval op onze route, de Chorrillo del Salto

Ruta 40

Het is 22.15 uur wanneer de bus vertrekt naar El Chalten, het begin van een lange zit van meer dan 20 uur. Het is al donker buiten en als dan ook de lichten binnen in de bus worden gedoofd, is het pikkedonker op de koplampen van de bus na. Ondanks dat de bus helemaal vol zit, is het erg rustig. De meeste reizigers hebben hun ogen gesloten en proberen toch wat te slapen. Doordat het zo donker is, kunnen we genieten van een schitterende sterrenhemel, we zien sterrenwolken!

De bus rijdt via Ruta 40 , een beruchte route uit het verleden.

Lonely Planet - Argentina

'RN 40 travels the length of the Argentine Andes through some of the country's remotest regions. Much of it remains unpaved, and requires perseverance, time and self reliance'.

Langzamerhand wordt de gehele route geasfalteerd maar het gedeelte dat wij afleggen is voor ongeveer de helft nog een gravelweg. De snelheid waarmee de bus rijdt, ligt dan ook stukken lager dan op de alternatieve route langs de kust.

Vanwege de gesteldheid van de weg heeft de busmaatschappij niet zijn beste bussen ingezet, er rijden geen slaapbussen op dit traject, we hebben gewone stoelen die iets achteruit gezet kunnen worden. Toch kunnen ze ook geen bussen met gebreken inzetten, de weg wordt weinig bereden en hulp bij pech onderweg kan lange tijd op zich laten wachten.

Ondanks het mindere comfort slapen we buitengewoon goed, we worden pas een beetje wakker als de zon al even op is. De route gaat door een verlaten landschap en in de 20 uur durende trip komen we slechts door 5 plaatsjes. Wat ons opvalt, is dat langs de weg overal afscheidingen zijn terwijl er geen vee graast, landbouw is of huizen staan. Iemand heeft zich het land blijkbaar toch toegeëigend.

Van tevoren hadden we verwacht dat we, omdat we de door de Andes rijden, een berglandschap zouden doorkruisen maar dat blijkt niet zo te zijn. We zien slechts heuvels met af en toe een meer of riviertje. We zien wel voor het eerst guanaco's (een soort lama), flamingo's en nandoes. Zij kunnen prima overleven in deze barre omstandigheden.

Tijdens een stop waarbij we even onze benen kunnen strekken, merken we het grote verschil met waar we vandaan komen. Er waait een straffe wind en de temperatuur is flink gedaald.

El Chalten is een plaatsje dat min of meer gesticht is (in 1985) voor toeristen die het nationale park Los Glaciares willen bezoeken. Het waait hier behoorlijk hard en we moeten de tent stevig verankeren om te voorkomen dat hij de lucht in gaat. Het is grappig om te zien dat alle tenten op de camping achter bosjes, struiken of muurtjes opgezet zijn. Koken gebeurt onder een afdak uit de wind anders kun je je vuurtje niet aanhouden.

De komende dagen gaan we hier de omgeving verkennen.

Survivaltocht naar Lago Krugger

We zijn al vroeg vanuit Esquel met de bus naar Villa Futalaufqen gereisd zodat we nog een lange dag hebben. De tent is snel opgezet, de wandelschoenen hebben we aan en het water zit in de tas, we kunnen op pad. Vandaag doen we het rustig aan en bekijken wat van de directe omgeving. Een korte wandeling leidt ons naar de watervallen Cinco Saltos. Het blijft fascinerend om het water naar beneden te zien storten.

De volgende dag beginnen we aan een driedaagse trekking van Villa Futalaufqen naar Lago Krügger. Deze dag is een dag van klimmen en dalen. Het is een hele survivaltocht, we moeten over boomstammen klimmen, soms eronder door kruipen, dan weer over de hele lengte van een boomstam lopen en aangezien het pad niet goed onderhouden is, hebben we eigenlijk ook nog vaak een kapmes nodig om de vele struiken en bamboe kort te wieken zodat we er met onze rugzakken doorheen kunnen. Het maakt de tocht extra avontuurlijk. Onderweg zuiveren water uit een stroompje en eten we wilde frambozen die we op ons pad vinden. Het is echt back to nature!

Het pad loopt voor een groot gedeelte door het bos langs het water, af en toe hebben we de prachtigste uitzichten. Langs het pad bloeien vele bloemen en bamboe. De bamboe is wel handig, het geeft ons extra houvast wanneer we een grote stap naar beneden of boven moeten maken of juist een modderig stroompje moeten oversteken.

We doen er wat langer over dan gepland doordat we op een uitkijkpunt nogal lang zijn blijven zitten om het mooie landschap in ons op te nemen. Maar aan het einde van de middag komen we aan bij Playa Blanca, de enige plek waar we mogen kamperen in het park. Er zijn slechts drie andere trekkers die we niet eens meer zien zodra we onze tent hebben opgezet. We mogen een nachtje op het strand doorbrengen, paradijs op aarde, heerlijk rustig en vredig.

's Avonds krijgen we controle van de parkwachters, we moeten onze permit laten zien. Ze berichten vervolgens door aan ons startpunt dat we veilig gearriveerd zijn op het strand. Alles wordt hier goed in de gaten gehouden.

De volgende dag is een korte wandeldag, het is nog maar zo'n vier uurtjes lopen naar Lago Krügger. Dit gedeelte van de tocht is niet zo overwoekerd maar we moeten wel veel klimmen en klauteren. Ook hier moeten we ons melden dat we gearriveerd zijn.

De derde dag van de trekking zou de route in zijn geheel terug lopen zijn. Een route twee keer lopen, vinden we eigenlijk niet leuk vooral ook omdat we weten dat er zware stukken tussen zitten. Er is ons verteld dat het minmaal 10 uur lopen zou zijn. Dat is ons toch iets te gortig, het moet allemaal wel leuk blijven, het gaat immers om het genieten! We besluiten de boot terug te nemen. De trekking korten we dus met een dag in en laten ons lekker over het water terugbrengen. Wat we in anderhalve dag gelopen hebben, leggen we binnen anderhalf uur met de boot af.

Vanaf het haventje is het nog ongeveer 4 km lopen naar de camping, maar we hebben wederom geluk, we krijgen een lift aangeboden in een soort pick-up truck. Het is meer een truck die je in de film ziet waarmee het vee vervoerd wordt, erg grappig. Nadat we ons afgemeld hebben bij de parkrangers, kunnen we onze tent weer opzetten en lekker ontspannen.

De volgende dag pakken we de bus terug naar Esquel van waaruit we verder naar het zuiden van Patagonië zullen afreizen.

Liftend de grens over

Wow, we zijn in Argentinië! We zagen een beetje tegen de reis op maar alles is boven verwachting gegaan. Vanuit het Parque Nacional de Puyehue is het zo'n 5 km naar de Chileense grens en aangezien ook daarheen geen bussen rijden, zijn we genoodzaakt om te lopen of te liften. Na een uurtje lopen hebben we geluk, iemand die aan de grens werkt, geeft ons een lift en zo hebben we het eerste stukje overbrugd. De grensformaliteiten stellen niets voor, een stempel in ons paspoort dat we Chili verlaten, is alles. Daar staan we dan, de grens van Argentinië is 22 km verder op, lopen is geen optie. Op goed geluk vragen we een vrachtwagenchauffeur of hij ons een lift wil geven en we mogen in onze handjes klappen want hij zegt direct ja.

De Chileense vrachtwagenchauffeur moet in Argentinië een veranda afleveren waarvoor hij meer dan 3.000 km het land in moet rijden. Hij vindt ons gezelschap wel gezellig al kunnen we een beetje moeilijk communiceren, hij praat met een zwaar dialect. De vrachtwagen is een oud beestje, gemiddeld rijden we 25 km per uur en zo zijn we bijna een uur in niemandsland. Er is laaghangende bewolking dus niet zo veel uitzicht.

Na zo'n 20 km staat er een bord dat ons welkom heet in Argentinië en direct begint ook de zon te schijnen. Het landschap opent zich. Het is hier werkelijk prachtig, we komen dan ook binnen in Parque Nacional Nahuel Haupi. Bij de Argentijnse grens geeft de chauffeur al direct aan dat we met z'n drieën in de truck zitten, dit betekent dat we samen met hem door de douane gaan. Hij vertelt ons precies waar we moeten zijn, we hoeven niet in de rij te staan en krijgen direct een stempel in ons paspoort. De chauffeur zegt ons dat we nog wat rond kunnen lopen want hij moet zijn papieren voor de vracht nog laten controleren.

Dit is echt onze dag want we mogen nog verder met hem meerijden. Ons einddoel van vandaag is Bariloche. Aangezien hij daar toch langskomt, kunnen we helemaal met hem mee. Hij heeft er zelf ook lol in. Als je drie dagen moet reizen, is het ook wel voor te stellen dat je wat afleiding kunt gebruiken. Parque Nacional Nahuel Haupi is bekend om zijn meren die werkelijk adembenemend zijn. De chauffeur stopt voor ons zelfs een paar keer zijn truck zodat we met zijn drieën van het uitzicht kunnen genieten terwijl hij tegelijkertijd een sigaret rookt en Rob foto's maakt.

Wat ons meteen opvalt in Argentinië zijn de vele politiecontroles, ze stellen echter weinig voor. We worden gesommeerd om aan de kant te gaan voor controle. Staan we aan de kant worden niet eens de papieren gecontroleerd, het is meer even gedag zeggen en weer doorrijden.

Rond de middag komen we al aan in Bariloche terwijl we van tevoren onze twijfels hadden of we er überhaupt dezelfde dag nog zouden aankomen. Dit maakt het reizen wel heel erg aangenaam. Het is ook wel een bijzondere ervaring geweest om in een vrachtwagen mee te reizen.

Nadat we zijn afgezet, lopen we naar het centrum van Bariloche. Deze plaats is onder andere beroemd om zijn chocolade en dat moeten we natuurlijk proeven. We hebben gelezen welke chocolaterie het beste zou zijn en daar stevenen we op af. Om je vingers bij af te likken al die heerlijke zoetigheid in de winkel. We kopen een paar chocolaatjes en moeten toegeven dat deze echt verrukkelijk zijn, mmmmmmmmmmm.

De volgende dag pakken we een lokale bus naar Llhao Llhao waar we nog meer prachtige meren bekijken. Het is heerlijk relaxed en we genieten volop van onze vrijheid.

We hebben besloten om geen trekking in het nationale park te doen omdat de gevolgen van de vulkaanuitbarsting ook hier nog zichtbaar zijn en we hebben het even gehad met al het as. We gaan wat verder naar het zuiden voor een andere driedaagse trekking in een ander nationaal park, ja er zijn enorm veel nationale parken in zowel Chili als Argentinië.

Trekking in nationaal park Puyehue

De bus vanuit Osorno rijdt naar Anticura vanaf 4 passagiers, komen we toch mooi 2 passagiers tekort. Het eindstation van de bus is derhalve Aqua Caliente, zo'n 18 km van ons einddoel. Er zit niets anders op als te gaan lopen en hopen op een lift. Het is niet zo'n drukke weg ondanks dat dit de weg is naar de grens met Argentinië. Een lift zullen we niet snel krijgen omdat reizigers zich geen gedoe aan de grens op hun hals willen halen. Na zo'n 3 uur lopen krijgen we toch nog een lift van een jager. De rugzakken gaan achterin de laadbak bij 3 honden en wij nemen plaats tussen een jachtgeweer en messen. De lift komt geen minuut te vroeg, we worden gek van de paardenvliegen die om ons hoofd cirkelen en in onze armen steken. Het zijn enorme vliegen van wel 2 cm groot.

Aangekomen op de camping van waaraf de trekking begint, is het al te laat in de middag om nog op pad te gaan. We zetten onze tent op en kijken nog wat rond in de omgeving.

De volgende dag gaan we zwaar bepakt door het vele water wat we mee moeten nemen op pad. Onderweg is het niet mogelijk om water te zuiveren vanwege de as en aangezien we meerdere dagen willen wandelen, moeten we voorzorgsmaatregelen nemen.

We moeten meer dan 1000 m klimmen en de vele extra kilo's nekken ons behoorlijk. Misschien naïef van ons maar we hadden niet verwacht dat het landschap waar we gingen lopen zo grauw en saai zou zijn, het zou nog wel eens een lange tijd kunnen duren voordat al het as is neergedaald en de begroeiing weer groen is. Jammer ook dat er veel bewolking is zodat de uitzichten minder mooi zijn. Het eindpunt van de eerste dag is Refugio Caulle. Het is een basic refugio maar heerlijk dat we hier onze spullen neer kunnen zetten, er kunnen eten en slapen.

Vanuit de refugio klimmen we nog zo'n 630 m verder omhoog naar de krater van de vulkaan Puyehue. De weergoden zijn ons ook vandaag niet gunstig gezind, er is laaghangende bewolking waardoor het uitzicht ons ontnomen wordt. De klim is niet zo moeilijk. Boven aan de kraterrand ruiken we de zwaveldampen van de vulkaan die voor het laatst in 1960 is uitgebarsten. Rob vindt dichtbij de krater onder de as een laag ijs. Met een lepel hakt hij het ijs los en stopt het ijs vervolgens in een lege limonadefles. Het is monnikenwerk, er is heel wat ijs nodig om de fles te vullen en Rob zijn handen worden er bijna gevoelloos van. Maar het extra water is erg welkom, zo kunnen we een lekker kopje thee maken en we hebben wat water om onszelf te wassen want ja dat schiet er bij in als je beperkt water mee kunt nemen. Drinken is belangrijker dan schone handen!

De afdaling van de vulkaan is een avontuur, we moeten onze sporen van de heenweg volgen om beneden te komen. Door de bewolking is het lastig om ons te oriënteren maar we komen probleemloos bij de refugio aan die we overigens twee nachten lang voor onszelf hebben, wat een luxe! Het park wordt op het moment niet zo druk bezocht, bij het registeren bij aanvang van de trekking hebben we al gezien dat we de enigen in het park zouden zijn. Wat trouwens opvalt, is dat de bomen geen enkel blad dragen, waardoor zou dat nou komen, het is hier immers zomer en dan mag je toch verwachten dat de bomen bladeren hebben.

De volgende dag worden we wakker met een stralend blauwe lucht. De vulkaan die we de dag ervoor beklommen hebben, is nu geheel zichtbaar. We kunnen nu wel zien dat we er een hele klim op hebben zitten. We pakken alle spullen weer in onze rugzakken en beginnen aan de afdaling. De twee honden die ons vanaf dag 1 vergezeld hebben, leiden de weg naar beneden. Nu merken we pas waardoor het komt dat we zo geploeterd hebben om boven te komen. Het eerste dalende gedeelte is gigantisch steil. Met veel lichtere rugzakken vliegen we bijna naar beneden in een prachtige omgeving. Het wordt ons nu ook duidelijk waarom het park zo populair is, werkelijk prachtige vergezichten met sneeuw bedekte bergen en nog meer vulkanen. Bij een stroompje zuiveren we water om de dorst te lessen en niet veel later laten we het bos achter ons. Met het verlaten van het bos komen de paardenvliegen weer tevoorschijn, bah wat een verschrikkelijk irriterende beesten. Bij de camping van waaraf we vertrokken zijn, kun je plakjes lenen om de vliegen van je af te slaan. Wat wel bijzonder is, is dat de vliegen niet in de badruimtes komen wat natuurlijk erg aangenaam is. Het eerste dat we doen als we de tent hebben opgezet, is lekker lang en warm douchen, wat kan dat heerlijk zijn!

Fietstocht en beklimming vulkaan

Vanuit Talca zijn we verder naar het zuiden afgereisd naar Temuco, geen toeristische plaats maar wel een mooie tussenstop om een te lange reisdag te voorkomen. We merkten meteen dat het er niet toeristisch was want veel hotels waren er niet. Uiteraard hebben we er wel een gevonden waar we met flink afdingen een goede prijs hebben kunnen regelen. Waarschijnlijk waren de uitbaters blij met gasten want we hebben nog een tijdje gezellig kunnen babbelen.

Temuco is een wat grotere plaats met een gezellige bedrijvigheid. In een restaurantje werden de serveersters bij ons weggestuurd, de baas zelf wilde ons de menukaart uitleggen en de bestelling opnemen toch wel grappig, we voelden ons wel een beetje speciaal.

Vanuit Temuco was het nog 1,5 uur naar Villarrica waar we onze tent hebben opgezet op een lokale camping. Voor het eerst ook een caravan gezien, deze zijn niet zo populair als in Europa. Mensen houden het toch liever bij een tent. Vanuit Villarrica was het niet mogelijk om de vulkaan te beklimmen dus besloten we de volgende dag verder te reizen naar Pucon. De dag begon bewolkt en later op de dag is het flink gaan regenen. Het Nederlandse weer heeft ook de volgende dag nog aangehouden waardoor we een beetje aan een hostel gekluisterd waren.

Na 1,5 dag weinig uitvoeren, was het toch weer tijd voor wat actie. We hebben mountain bikes gehuurd om wat meer van de omgeving te kunnen zien. Het bleef af en toe motregenen maar dat was wel vol te houden. We hebben in totaal zo'n 55 km gefietst, eerst naar mooie watervallen en daarna naar een groot meer, Lago Caburgua. De eerste helft was voornamelijk een zandpad waar we constant moesten klimmen. Ondanks dat er veel versnellingen op de fiets zaten, hebben we toch geregeld de fiets aan de hand moeten nemen. De watervallen, Ojos del Caburgua, werden druk bezocht door lokale toeristen, het was er gezellig druk. 5 km verderop lag het meer. Bij aankomst zagen we slechts een paar honderd meter van het meer maar na verloop van tijd kwam de zon door en trok de mist op zodat de overkant met de vele bergtoppen zichtbaar werd. De route terug was over een geasfalteerde weg en dan voornamelijk bergafwaarts waardoor we redelijk snel terug in Pucon waren.

In Pucon moesten we bergschoenen gaan passen voor de volgende dag. Het weer zou goed genoeg zijn om de vulkaan te beklimmen. Omdat het de voorgaande dagen slecht weer was, zou de groep voor woensdag groot zijn, 12 toeristen en 4 gidsen.

Een korte nachtrust, om 5.15 uur ging de wekker. 6.30 uur moesten we ons melden bij de trekking company. De distributie was al gaande, we kregen van alles om aan te trekken: een lange broek over onze eigen broek, camaches om te voorkomen dat er sneeuw of zand in de schoenen komt. De gidsen deden bij iedereen de camaches om dus kostte aardig wat tijd. Vervolgens kregen we een jas, een sjaal, handschoenen, een helm, een rugzak, een pikhouweel, crampons, en eventueel een zonnebril. Nadat iedereen bepakt en bezakt was, reden we met een minibusje naar het Parque Nacional Villarrica (zie foto's en filmpje).

De eerste etappe van de beklimming was een wandeling over los lavagesteente met een prachtig uitzicht. Het was de eerste keer dat we de vulkaan in zijn geheel konden zien. Voor het grootste gedeelte is de vulkaan bedekt met sneeuw en aan de top zagen we pluimpjes gas uit de vulkaankrater komen, geweldig om zo mee te maken.

Aan de sneeuwrand van de vulkaan deden de gidsen bij iedereen de crampons onder en kregen we een spoedcursus met crampons lopen en de pikhouweel gebruiken. Nooit geweten dat je zo stevig in de sneeuw staat wanneer je crampons draagt. De eerste etappe was loodzwaar maar over sneeuw lopen was relatief eenvoudig. Een prachtig blauwe lucht, we dachten dat we het getroffen hadden, niets was minder waar. De eerste groepen kwamen al naar beneden, er was zo veel wind dat het onverantwoord zou zijn om verder naar boven te klimmen. Niet het stijgen was het probleem maar de afdaling. Het grote plateau iets over de helft was daarnaast veranderd in een spiegel. De gidsen konden het risico niet nemen om verder te gaan. We hebben dus slechts iets meer dan de helft van de vulkaan kunnen beklimmen. Jammer dat we de top niet gehaald hebben door de hevige wind. De uitzichten die we toch mooi hebben meegepakt waren al zeer de moeite waard, de top zou gigantisch zijn geweest. Maar we mogen niet klagen, de dagen ervoor zijn ze niet eens omhoog gegaan.

Morgen verlaten we Pucon en gaan we naar Parque Nacional Puyehue, kijken of we daar een mooie trekking kunnen gaan maken.

Reserva Nacional Altos de Lircay, Talca

Bedankt voor al jullie reacties, blijf ze vooral sturen, we vinden het erg leuk om ook van jullie te horen!

Per bus zijn we van Santiago naar Talca gereisd waar we net onze aansluiting gemist hebben naar Vilches Alto. Een park dat wat verder achteraf ligt en daarom niet zo frequent wordt aangedaan door een lijnbus. Grappig hoe behulpzaam de mensen op het busstation zijn, een man had zich over ons ontfermd, hij ging navragen wanneer de volgende bus zou vertrekken en vanaf welk ‘perron'. Hij vond het wel leuk om een babbeltje te maken. Ons Spaans moet nog wat gesmeerd worden, maar meestal wordt het al gewaardeerd wanneer je de moeite doet om iets te vragen in het Spaans.

Drie uur hebben we doorgebracht op het busstation en dus drie uur lang mensen kijken, is weer eens wat anders als op een terrasje. Een gammele bus bracht ons vervolgens naar Vilches Alto. Vanaf de ingang van het park hadden we nog een wandeling van twee kilometer voor de boeg in een brandende zon. Na toch wel te hebben afgezien kwam gelukkig aan deze wandeling een eind op een geweldige camping. De camping was in geen enkel opzicht te vergelijken met een Europese camping. Tussen de bomen hadden we heel veel privacy. Een eigen watervoorziening, elektriciteit (we kregen zelfs een gloeilamp), een houten picknick tafel (wel zo handig want een paar stoelen en een tafel konden we echt niet meer in onze rugzak krijgen) en een plaats om te kunnen koken (zie filmpje).

Een flinke verkoudheid en weinig slaap (het lukte gewoon niet om in slaap te vallen) zijn niet de beste ingrediënten om aan een 10 uur durende wandeling te beginnen maar ja, we zijn toch maar op pad gegaan. 's Ochtends liepen we onder de bomen en dus lekker in de schaduw. Doordat we veel van onze bagage in de tent konden laten liggen, waren we niet zwaar bepakt alleen het water bracht nog wat kilootjes met zich mee. Onderweg was weinig gelegenheid om water te tappen dus gingen aardig wat litertjes mee. Helaas viel het uitzicht op de top van de wandeling een beetje tegen omdat het heiig was maar je kon wel ver kijken, prachtig besneeuwde bergtoppen en hier en daar een roofvogel. Na de top moesten we flink dalen met de zon op onze bol. Ondanks de hitte lagen op stukken van de wandeling nog bergen sneeuwresten. Waar de sneeuw gesmolten was, waren groene weiden ontstaan met prachtige bloemen.

Terug op de camping waren we allebei uitgeblust. We lagen al vroeg in ons tentje en we hebben het niet eens meer donker zien worden (het is hier donker rond 21:30 uur).

Na een lange nachtrust hebben we ons uitgeschreven uit het register (als je een park bezoekt, moet je je registeren, zodat de parkwachters weten wie en hoeveel mensen er in het park zijn. Mocht er wat gebeuren, weten ze dus ook wie ze moeten waarschuwen) en zijn we naar de bushalte gelopen. Vlak voordat we bij de bushalte aankwamen, sprak een agente uit een langsrijdend politiebusje ons aan. Ze bood ons een lift aan naar San Clemente van waaruit we dan vervolgens een bus terug naar Talca konden nemen. Dit aanbod hebben we uiteraard graag aangenomen. We maken er al bijna een gewoonte van, toen we in Guatemala waren, een paar jaar geleden, kregen we ook al een lift in een politiebusje! De agent achter het stuur moest waarschijnlijk op tijd thuis zijn voor de lunch, hij trapte de gaspedaal behoorlijk in en dat op een zandweg. Maar je hoort ons niet klagen, we waren in no time in Talca.

In Talca is nog steeds goed zichtbaar dat er een kleine twee jaar geleden, februari 2010, een zeer zware aardbeving heeft plaatsgevonden met meerdere naschokken. Een aantal gebouwen staat op instorten en zijn afgezet met hekken.

We hebben ons voorgenomen om ons aan te passen aan de gewoontes van de lokale bevolking en dus hebben we de lokale specialiteit gegeten. Nou moeten jullie niet meteen denken dat het om een of ander exotisch gerecht gaat, de lokale bevolking is hier gewoon dol op hotdogs en dan met name de Italiaanse. Waarom het een Italiaanse hotdog is, hebben we niet kunnen achterhalen maar het verschil met een gewone hotdog is dat er avocado tussen het broodje zit. Het was best lekker en weer eens wat anders.

Op reis naar Santiago

Gelukkig nieuw jaar iedereen! We hebben, denken we twee keer de jaarwisseling gevierd. Er werd niet afgeteld in het vliegtuig. Op een gegeven moment riep de gezagvoerder om dat het 12 uur was en hij wenste iedereen een goed nieuw jaar waarna er werd geklapt. Als aperitief konden we champagne bestellen dus dat hebben we uiteraard gedaan, proost op 2012! Op het scherm werd de plaatselijke tijd niet aangegeven dus we gokken dat we twee keer 2012 hebben kunnen inluiden.

De bubbels waren nog niet doorgeslikt of de gezagvoerder vroeg naar een doktor in het vliegtuig. Niet veel later kregen we te horen dat we terug zouden vliegen naar Lissabon. Een passagier had dringend medische hulp nodig. De luchthaven van Lissabon zag er verlaten uit alleen rond ons vliegtuig verzamelden zich brandweer, ambulance en grondpersoneel.

Het oponthoud heeft ongeveer 2,5 uur geduurd daarna konden we onze reis voortzetten. We hebben allebei goed kunnen slapen, met z'n tweetjes hadden we drie stoelen ter beschikking dus dat was wel lekker.

Op de luchthaven liep alles gesmeerd, de bagage lag al op ons te wachten toen we bij de immigratiedienst vandaan kwamen en ook een bus naar het centrum hadden we snel gevonden. Nadat we een hotel hadden gevonden toch nog een paar uur geslapen voordat we op pad gingen om wat te gaan eten. 1 januari is waarschijnlijk net als in Nederland een feestdag want het viel niet mee om een restaurant te vinden waar we wat konden eten. Een beetje achteraf hebben we uiteindelijk een klein pizzatentje gevonden.

Na een goede nachtrust zijn we nu weer helemaal fit en kunnen we er tegen. Bij het ontbijt zagen we op de televisie dat in het Nationale Parque Torres del Paine brand is uitgebroken. Er is een Israëlische toerist aangehouden op verdenking van brandstichting. In dit park wilden we een trekking van 8 dagen gaan maken, hopelijk is de brand dan geblust en is het park weer open voor bezoekers. We hadden ons erg verheugd op dit park, we zullen onze vingers gekruist houden.

Vroeg op om naar de vismarkt te gaan maar dat had niet gehoeven, de Chilenen wilden waarschijnlijk nog even uitslapen of er is op de feestdag niet gevist want er was niet veel handel.

Ondanks dat Santiago een grote stad is, is het er niet hectisch maar vrij relaxed. Af en toe herkennen we wat van onze reis van 11 jaar geleden maar over het algemeen is alles nieuw voor ons.